neospora

Aanpak besmette bedrijven

Er zijn verschillende mogelijkheden om neospora op een bedrijf aan te pakken.

De mogelijkheden zijn afhankelijk van de besmettingsroute. In onderstaande tabel en in het schema wordt de situatie vanuit vier uitgangspunten (situatie A, B, C en D) belicht, met vervolgacties.

A, B en C gaan over bedrijven die Neospora opsporen via de tankmelk.

Situatie D beschrijft de acties voor een bedrijf zonder tankmelkonderzoek waar neospora wordt aangetoond bij een individuele verwerper. De vier uitgangssituaties vormen een leidraad voor de aanpak van het neosporaprobleem.

Als laatste stap wordt een Plan van Aanpak opgesteld, om daarmee de infectie uit te bannen. De termijn waarop het bedrijf vrij wordt, is afhankelijk van de mate van besmetting, de verspreiding over het bedrijf en de gekozen aanpak.

Neospora Tankmelk en advisering

TankmelktestVerwerpersBloedonderzoekverwerper Advies
Geen antistoffenNeeN.v.t.Bij aankoop bloedonderzoek op neospora bij aangekochte dieren
Geen antistoffenJaAntistoffen Neospora-onderzoek familielijn van de verwerpers; zie schema: scenario C
AntistoffenNeeN.v.t.Plan van aanpak opstellen nadat er verwerpers zijn opgetreden. Of direct besmettingsgraad vast stellen door onderzoek van 20 dieren; zie schema: scenario A
AntistoffenJaAntistoffen Bloedonderzoek op neospora van vijf dieren met eerdere vruchtbaarheidsproblemen; zie schema: schenario B
neospora schema
  • A Tankmelkonderzoek ongunstig, minder dan 5% verwerpers

    Een representatief steekproefbloedonderzoek geeft een beeld van neospora op het bedrijf. Dit is een goed vervolg voor deelnemers aan Neospora Tankmelk met een ongunstige tankmelkuitslag, waar geen sprake is van vruchtbaarheidsproblemen. Het is namelijk belangrijk de omvang van de besmetting te bepalen, evenals de besmettingsroute. Zijn er veel besmette dieren in een bepaalde leeftijdsgroep en veel besmette dieren met niet-besmette moeders of nakomelingen, dan is er sprake van een horizontale besmetting. Zijn er duidelijke moeder-dochterrelaties, dan is er sprake van verticale besmetting. Voor vervolgacties zie Plan van Aanpak.

  • B Tankmelkonderzoek ongunstig, meer dan 5% verwerpers

    In situatie B is neospora aanwezig, maar is nog niet duidelijk of deze parasiet ook de oorzaak is van de vruchtbaarheidsproblemen. Om dit te achterhalen, wordt bloedonderzoek uitgevoerd van vijf (of meer) dieren met vruchtbaarheidsproblemen (abortus, embryonale sterfte). Hebben één of twee dieren uit deze steekproef antistoffen tegen neospora, dan hebben de problemen waarschijnlijk een andere oorzaak. Wanneer drie of meer dieren antistoffen tegen neospora hebben, dan is neospora de oorzaak van de vruchtbaarheidsproblemen. Om de mate van besmetting op het bedrijf te bepalen, wordt een bedrijfsonderzoek (individueel melk- en bloedonderzoek) ingezet. Indien de kalveren uitsluitend biest van de eigen moeder hebben gekregen, betreft het onderzoek alle runderen, ook al het jongvee. Hebben kalveren mengbiest gekregen, dan worden alleen de dieren ouder dan zes maanden onderzocht. Aan de hand van de uitslag van het bedrijfsonderzoek wordt de besmettingsgraad bepaald. Door een koppeling te maken tussen bloeduitslag en de leeftijd van de besmette dieren wordt bepaald in hoeverre sprake is van verticale overdracht dan wel horizontale overdracht. Voor verdere maatregelen zie Plan van Aanpak.

  • C Tankmelkonderzoek gunstig, onderzoek individuele verwerper toont neospora aan

    De besmettingsroute via de familielijn is een belangrijke transmissieweg. Wanneer bij een individuele verwerper een besmetting met Neospora wordt aangetoond, wordt daarom geadviseerd de familielijn van het betreffende dier te onderzoeken (Neospora-ELISA). Worden in de familielijn besmette dieren aangetroffen, dan worden de maatregelen voor de aanpak van een verticale besmetting uit het ‘Plan van Aanpak’ geadviseerd.
    Worden geen besmettingen in de familielijn gevonden, dan is jaarlijks onderzoek van de tankmelk op antistoffen tegen Neospora nodig om de mate van besmetting van het koppel te monitoren.

Plan van aanpak

Het plan van aanpak is afhankelijk van de besmettingsroute.

Is er sprake van een horizontale besmetting, dan wordt uitgezocht welke gemeenschappelijke factoren de besmette groep heeft. Eventueel worden hiervoor de opfok en de huisvesting gereconstrueerd. Dit zijn hulpmiddelen bij het inschatten van het moment van introductie en de factoren die hiermee hebben samengehangen.

Is er sprake van een verticale besmetting, dan wordt een plan van aanpak opgesteld, bestaande uit (een combinatie van) de volgende opties:

  • kalveren uit besmette familielijnen afvoeren
  • alle besmette familielijnen op termijn afvoeren
  • ET van genetisch hoogwaardige dieren (onbesmette ontvangsters)
  • insemineren met vleesrassen
  • gehele veestapel vervangen

De mogelijkheid besmette dieren af te voeren, hangt af van het percentage besmette dieren en de prevalentie per leeftijdsgroep. Het afvoeren van dieren, zeker bij een meer uitgebreide besmetting, vraagt een zorgvuldig opgesteld plan voor vervanging.

Cookies laten u deze website vlot gebruiken. Deze cookies verzamelen geen persoonsgegevens. Meer informatie