Preventieve gezondheidszorg bij lama’s & alpaca’s

Preventieve gezondheidszorg bij lama’s & alpaca’s

Ontwormen

Voor de ontworming zijn er drie klassen van anthelminthica die regelmatig gebruikt worden. Het is best om producten van deze klassen afwisselend te gebruiken om resistentie te vermijden:

  • Benzimidazoles
  • Macrocyclische lactones
  • Imidothiazoles

De meeste benzimidazoles moeten 3-5 dagen achter elkaar worden gegeven.

Jonge, drachtige, lacterende en zieke dieren zijn het meest gevoelig voor parasieten. Daarom moeten ze het meest in het oog worden gehouden voor ernstige besmettingen. Dit kan door het controleren van de lichaamsconditie, de kleur van de slijmvliezen ter hoogte van de ogen en de mest.

Wormbesmettingen kunnen het hele jaar door voorkomen. De risicoperiodes voor parasitaire infecties zijn het voorjaar (april/mei) wanneer het gras goed groeit, en de late zomer wanneer de temperatuur nog hoog genoeg is en regen in overvloed.

Om resistentie tegenover anthelminthica te vermijden is het belangrijk om verantwoord om te gaan met het ontwormen. Probeer hierbij rekening te houden met volgende tips:

  • Als u de dieren behandelt, is het aangeraden om dit te doen twee dagen voor u ze naar de nieuwe weide of stal verplaatst.
  • Als er weiderotatie mogelijk is, om de 3-4 weken van weide veranderen. Dit kan helpen om de besmettingsdruk laag te houden
  • 3-5% beste dieren niet behandelen. Dit dient om een populatie wormen te creëren die niet in aanraking is geweest met ontwormingsproducten, de zogenaamde ‘refugia’.
  • Regelmatig mestonderzoek
  • Bij droog weer minstens om de 3-4 dagen de mest verwijderen, bij nat weer frequenter.
  • Niet te veel dieren op een weide; 7-10 dieren per 0,5 ha.

Vaccineren

Vaccineren tegen Clostridium spp. zou deel moeten uitmaken van de basisgezondheidszorg van uw lama’s en alpaca’s. De voornaamste klacht die deze bacteriën kunnen veroorzaken is acute sterfte. De eerste maal moeten de dieren tweemaal gevaccineerd worden met vier tot zes weken tussentijd. Daarna moet de vaccinatie om de 6 maanden herhaald worden. Best is om drachtige merries 4-6 weken voor het einde van de dracht te vaccineren zodat de antistoffen ook in de biest aanwezig zijn. Cria’s kunnen vanaf 8 weken leeftijd een eerste maal gevaccineerd worden. In probleemsituaties kan dit al vanaf enkele dagen ouderdom.

Alpaca’s en lama’s zijn gevoelig voor enkele virale aandoeningen die bij paarden en runderen voorkomen, zoals rhinompneumonie (rhino), west nijl virus en boviene virale diarree. Als ze samen gehuisvest zijn met paarden of runderen en als deze ziekten in de buurt circuleren kan vaccinatie aangewezen zijn.

Bij pasgeboren cria’s of alpaca’s die veel naar tentoonstellingen gaan kan virale diarree (rota/coronavirus) voorkomen. Bij volwassen dieren gaat deze infectie vaak vanzelf over, maar ze kan gevaarlijk zijn voor jonge en zieke dieren. Daarom kan het in sommige situaties aangeraden zijn om hiervoor te vaccineren.

Vitamine D

Lama’s en alpaca’s hebben een uniek vitamine D metabolisme. Hoe dit juist komt, is nog niet helemaal geweten. Een hypothese is dat dit komt omdat ze oorspronkelijk op grote hoogte leven waar de huid omwille van de grote hoeveelheid UV-stralen heel vlot vitamine D aanmaakt. Ze hebben zich hierop aangepast door minder vitamine D te produceren. Wanneer de dieren dan verhuizen naar een regio waar die stralen minder intens zijn, maken ze zonder supplementatie onvoldoende vitamine D aan.

Zeker bij cria’s die in het najaar en de winter geboren worden, kan dit leiden tot een klinisch tekort waardoor ze rachitis of de Engelse ziekte kunnen krijgen. Dit leidt dan tot onvoldoende botvorming waardoor ze o.a. kromme poten kunnen krijgen.

Supplementatie kan via vitamine-injecties of via een orale pasta. Dit wordt best enkele malen per jaar herhaald.

Huisvesting

Alpaca’s en lama’s zijn kuddedieren. Ze moeten dus altijd minstens met twee samenzitten. De afsluiting moet ongeveer 1,4-2m hoog zijn. Per dier reken je best op minstens 500m2 weide. Een stal is aangeraden om in de zomer schaduw te hebben en in de winter beschutting. Deze is best open langs een kant. Per dier is er 2m2 oppervlakte in de stal nodig. De bodem mag van beton zijn. Dit is goed voor het afslijten van de klauwen. Als er voor bodembedekking wordt gekozen is dit best stro of zand. Als je met je dieren naar tentoonstellingen gaat of dieren importeert, is het aangewezen om een quarantainestal of -ruimte te hebben.

Rantsoen

Alpaca’s en lama’s komen oorspronkelijk uit schrale gebieden waar tijdens het lange droge seizoen niet veel voedingsstoffen uit het voeder kan gehaald worden. Ze hebben dus nood aan caloriearm voedsel. Dagelijks eten ze ongeveer 2% van hun lichaamsgewicht. Dit komt bij alpaca’s overeen met ongeveer 1 tot 1,5 kg hooi per dag. De dieren krijgen best ad libitum hooi (12%-16% ruw eiwit), gras en water, aangevuld met een vitaminen- en mineralenbrok, en een eiwitbrok. De hoeveelheid dat hiervan gegeven hoeft te worden is afhankelijk van de producent, de tijdstip van het jaar en de levensfase van de dieren.

Cookies laten u deze website vlot gebruiken. Deze cookies verzamelen geen persoonsgegevens. Meer informatie